Geschiedenis
Waar het begon
Wijnbouw was een bloeiende activiteit in België. Vanaf de Ie eeuw hebben de Romeinen de wijnbouwcultuur in Gallië geïntroduceerd. Langzaamaan groeit de wijnbouw door richting het noorden.
Wijnbouw ontwikkelt zich in België tijdens de middeleeuwen, rond de Ve eeuw. Na de val van het West-Romeinse Rijk (in 476) zorgt de Frankische dynastie – met Clovis en Karel de Grote – voor een stijgend belang van wijnbouw in de streek van de Maasvallei.
In de VIIe eeuw vinden we de eerste wijngaarden in Amay, daarna in Hoei en later in Vivegnis, ten noorden van Luik, op de goed belichte oeverhellingen van de Maas. Er wordt eveneens wijn gemaakt in de vallei van de Ourthe, de Amblève en de Jeker.
Luik, Brussel, Brugge, Dinant, Namen, Doornik, … In de XIVe eeuw heeft elke stad zijn eigen wijngaarden.
De eerste wijnbouwers waren bisschoppen en monniken. Ze maakten “zuivere en gezonde” wijn. Dit wil zeggen wijn die niet vervuild was door putwater dat kan leiden tot cholera of andere ziekten. In die tijd kende men het bestaan van microben nog niet en evenmin de vinificatiemethode om druivensap in alcohol om te zetten. Die wijnen werden dan gebruikt om missen te vieren en om zieken te genezen.
Enkele voorbeelden uit de lange lijst zijn de Sint-Laurentiusabdij, de abdij van Saint-Gilles, van Val Saint-Lambert, van Val Benoît, van Flône, van Marche-les-Dames, de collegiale Saint-Martin en de priorij van Saint-Léonard.
De koningen, prinsen en landsheren bezaten vaak wijngaarden ver weg van hun gronden, zoals de Bourgondische hertogen er hadden in Brussel, Leuven, Aarschot, Namen en Bergen. De Franse koning had op zijn beurt wijngaarden in Doornik.
Hoogtes en laagtes
Verschillende factoren liggen aan de basis van het verdwijnen van de Belgische wijngaarden.
Sinds de XVe eeuw maken de ongunstige klimaatomstandigheden van de “Kleine IJstijd wijnbouw moeilijker in onze contreien.
Tezelfdertijd worden de technieken voor het maken van bier verfijnd, wat ook een drank is die beter bewaard kan blijven. Het minder dure en gezondere bier neemt de plaats in van wijn.
Van de XIIe tot de XVIII e eeuw maken politiek en oorlogen de wijnbouw kapot. In Namen werden bijvoorbeeld wijngaarden vernield om plaats te maken voor vestingwerken.
Tijdens de industriële revolutie was het stijgende aantal fabrieken een bron van vervuiling. De betere verbindingswegen en transportmiddelen (via het land en de waterwegen) vereenvoudigen het handelsverkeer. Sindsdien konden de Franse, Duitse en Spaanse wijnen, die destijds veel meer naam en faam hadden dan de lokale wijnen, makkelijker in België ingevoerd worden.
De uitbreiding van de steden zorgt voor een veel hogere behoefte aan landbouwgronden om groenten en hop te kunnen telen alsook om boomgaarden aan te leggen zodat in het dagelijks verbruik van de bevolking voorzien kan worden. Bovendien werden talrijke tuinen vervangen door woonplaatsen. De voormalige wijnbouwzones moeten langzaamaan wijken voor de groenteteelt.
De arbeiders gaan liever in fabrieken werken omdat het loon er heel wat aantrekkelijker is.
In de XIXe eeuw beschikte onze streek, die vroeger zo rijk was aan wijngaarden, amper nog over wijnstokken.
De Luikse wijngaard
In de middeleeuwen hadden de wijnen uit de regio Luik “de kleur van uienschil met een smaakje van vuursteen”.
De XIIIe, XIVe en XVe eeuw zijn het Gouden Tijdperk voor de Luikse wijnen. Om ziektes te vermijden wordt het vervuilde water in het dagelijkse leven vervangen door wijn en bier.
In 1438 stellen de Luikse wijnbouwers een overdekte markt op die zich bevond op de hoek van de rue du Pont en de rue de Féronstrée, langs het traject van de tweede arm van de Légia. De coöperatieve vereniging van wijnbouwers komt dan op de 6e plaats (van de 32) te staan in de lijst van “Bons Métiers” (Goede Beroepen). Ze maken deel uit van de beroepsverenigingen die zelf de arbeidswetten opstellen. Het wapenschild van de Luikse wijnbouwers is een druiventros met daarrond twee zilveren sikkels die van een gouden handvat voorzien zijn.
Talrijke namen van straten en gehuchten getuigen nog van het rijke Luikse wijnbouwverleden: Petit Bourgogne, Impasse de la Vignette, rue des Coteaux, des Petites, des Bonnes et des Mauvaises Vignes, Sous les Vignes, Vinalmont (“wingerdberg”) of ook Vivegnis (in het Waals “Vigni”), waarvan de inwoners zich nog steeds “Vignerons” noemen.
Wandelaars die voorbij de steegjes lopen kunnen nog de sporen van de Luikse wijnbouwactiviteit bemerken. We kunnen de “vide-bouteilles” hier als voorbeeld aanhalen: stenen constructies waar een wijnbouwer zijn eerste flessen testte. We vinden er in de rue des Bégards en in de rue Monulphe in Luik, dicht bij de collegiale van Amay.
In 1850 bleef slechts 26 hectare aan wijngaarden over in de regio Luik. De zuidelijke helling van de vallei genaamd “Petit Bourgogne” had het geluk nog over wijnstokken te beschikken in 1900.
Recent verleden
In 1962 beslissen twee gepassioneerde Belgen, die mekaar niet kennen, om hun eerste wijnstokken aan te planten: de ene doet dit in Hoei, de andere in Borgloon. De eerste plantte wijnstokken van het druivenras pinot noir (Bourgogne), terwijl de andere zich meer op Duitse cepages richtte (Rivaner).
De beweging wordt steeds groter. In de jaren 1970 wint deze opleving van de wijnbouw Vlaanderen en Nederland voor zich, wat gebeurt op basis van witte druivenrassen uit Duitsland.
Het Hageland (regio Leuven) behaalt in 1997 de eerste Belgische oorsprongbenaming voor wijn: Hagelandsewijn. Kort daarop volgen de Vlaamse Haspengouw, met de appellatie AOC Haspengouwse Wijn, waarna aan Waalse kant gevolgd wordt met de AOC Côtes de Sambre-et-Meuse.
In 2013 wordt er in België 553.395 liter wijn geproduceerd (tegenover 299.191 liter één jaar tevoren vanwege de slechte weersomstandigheden) voor een oppervlakte van 184 hectare. Wij dragen reeds enkele jaren bij aan de professionalisering van de Belgische wijnsector. Schuimwijnen vormen 48% van de productie, witte wijnen zijn goed voor 32%, rode wijnen 16% en roséwijnen ongeveer 3%.
De kwaliteit van de Belgische wijnen verbetert onophoudelijk en de Appellations d’Origine Protégée (Beschermde Oorsprongsbenaming) blijven komen. Vandaag de dag zijn er een twintigtal professionele wijnbouwers actief, zonder al die gepassioneerde liefhebbers te vergeten die de wijngaard laten heropleven.